Het Fermentatieblik van Oswin “Chin” Behilia

1-det-172door: Jaïr Tchong (gepubliceerd in Oye Listen – 2003)

“Als kind hield ik voornamelijk van percussie. Toen ik in 1957 van school afging, kon ik geen werk vinden. 1k zat op mijn balkon thuis en er kwam een jongen langs die een Mexicaanse ranchera speelde. Ik hoorde dat hij steeds de zelfde akkoorden speelde, terwijl het volgens mij niet zo moest. Dat vertelde ik hem en hij vroeg direct of ik het hem voor kon doen. Dat kon ik niet, ik speelde immers geen gitaar, maar ik hoorde wel dat er iets niet klopte. Op dat moment besloot ik om gitaar te leren spelen. Ik was toen 18.”
Chin leert zichzelf de fijne kneepjes van het gitaarspel en begint ook al vroeg met her schrijven van zijn eigen composities. “Mijn eerste lied werd gebruikt als openingstune voor een radioprogramma. Met mijn eerste groep reisden wij de hele wereld over. Zo mochten wij de muziek verzorgen bij de opening van het Time Life Building in New York. Die groep heette Los Tiarucos, vernoemd naar een bloem die alleen in her oerwoud van Peru groeit. Vraag me niet meer waarom we voor deze naam kozen, het had iets te maken met jeugdige recalcitrantie!” lacht Chin.

Invloed van Cuba
Lang voordat de rijkdom van de Cubaanse muziek tot Nederland doordrong, was die reeds prominent aanwezig in de Antilliaanse cultuur. “Op Curaçao hoorden we destijds voornamelijk Cubaanse muziek. Son-montuno, guaracha, bolero – a! die Cubaanse stijlen waren erg populair op de Antillen.
Cubaanse artiesten, zoals Miguelito Cuní, Arsenio Rodriguez, Daniel Santos, Conjunto Casino, Sonora Matancera en natuurlijk La Reina Celia Cruz, bepaalden destijds de muziek van de Antillen. Andere invloedrijke muzikale cuiruren waren die van Venezuela, Puerto Rico en natuurlijk de merengues van Santo Domingo. Als jonge muziekliefhebber ging ik altijd kijken naar repetities van de Antilliaanse groep Estrellas de Caribe. Dat was echt een toporkest destijds!
In 1969 trouwde ik en stopte ik met de optredens. Maar ik ging thuis wel door met het componeren van liedjes, die ik allemaal in mijn zogenaamde ‘fermentatieblik’ deed. Als je namelijk een lied maakt en je bent klaar, dan denkje dat je zojuist de beste compositie ter wereld hebt geschreven. Maar als je het een poosje laat staan en er dan met afstand naar kijkt, dan kun je beter schiften tussen goede songs en rijp-voor-de-prullenbak-songs.”

Droomduiding
“In de jaren daarna heb ik verschillende festivals georganiseerd, maar ik heb ook dertien jaar lang een praatprogramma op de televisie gemaakt: ‘Tele Patria’. In 1990 hield dat op door een geschil met de directie van de omroep.
In januari van dat zelfde jaar droomde ik dat ik een politieke partij had opgericht. De verkiezingen waren drie maanden later, dus die droom kwam precies op tijd. Tot mijn stomme verbazing kwam die droom drie nachten achter elkaar terug. Dat leek me een mesage die ik niet kon negeren! Dus ik besloot de politick in te gaan.
In veertig jaar tijd was het de eerste keer dat er op vreedzame wijze een nieuwe partij in de politiek kwam die succes had. Ik had geen lange campagne nodig omdat ik mijn partij ‘Nos Patria’ had genoemd. Iedereen mij kende vanwege het bijna gelijknamige tv-programma. Vanaf dat moment had ik toen een fulltime baan als politicus. Het jaar daarop waren er eilandverkiezingen en toen werd ik gekozen in de eilandraad. Van half 1995 tot half 1996 heb ik gewerkt als gedeputeerde voor cultuur en onderwijs.”

Funeste invloed van MTV
“Ik was (op gegeven moment) helemaal klaar met de politiek. Voor mij was het een afgerond hoofdstuk, want je verliest veel in de politiek. Het is echt een slangenkuil, waar je gemakkelijk vijanden krijgt. 1k had daar geen zin meer in en besloot nog eens in mijn fermentatieblik te kijken. Samen met Julian Coco heb ik toen een cd gemaakt.
Coco is de eerste Antilliaanse gitarist die aan het Amsterdams Conservatorium is afgestudeerd, dus daar was ik behoorlijk trots op.”
Ook op de Antillen is de funeste invloed van MTV werkzaam. Chin: “Ik heb het altijd zo gezegd: we plegen op dit moment op Curaçao muzikale incest. Hiermee bedoel ik dat de meeste mensen die hier nog componeren slechts stereotypen van MTV kopiëren. Daarom heb ik bijvoorbeeld het Prins Bernhardfonds op Curaçao benaderd om iets te doen aan het behoud van de Antilliaanse wals. De jonge mensen luisteren er niet eens meer naar. Ik zorg ervoor dat er op iedere cd die ik maak minstens een of twee walsen staan.”

(Jaïr Tchong)